top of page
Zoeken

Eten zonder leven en doen alsof je leeft, wat levenloos voedsel met je doet

Bijgewerkt op: 1 dag geleden


In een wereld waar alles snel moet, waar gemak voorrang krijgt boven waarheid,

is naar mijn oordeel vooral wat we eten een afspiegeling geworden van hoe ver we van echt leven zijn afgedwaald.


Niet alleen wat we eten, maar hoe, waarom en wat we ermee doen vertelt iets essentieels over de staat van ons bewustzijn.


De smaken en vibrations die we zijn vergeten

Zoet, zout en tegenwoordig ook “umami” (de hartige smaak) zijn overal. Ze zijn veilig, makkelijk, troostend. Je proeft ze aan de voorkant van je tong waar je lichaam nog in eerste contact zit met wat binnenkomt.


Maar de smaken die verder naar binnen liggen, zoals zuur en vooral bitter, zijn bijna verdwenen uit onze voeding.


Waarom?


Omdat die smaken je systeem activeren. Ze doen iets met je. Ze laten je voelen, begrenzen, ontgiften. Ze zijn niet ontworpen voor comfort, maar voor bewustzijn.


Bitter is de smaak van grens en waarheid. Zuur is de smaak van beweging en zuivering.

En in een systeem dat koste wat kost comfort wil blijven vasthouden (met voor mij duidelijke redenen), zijn dat precies de smaken die worden vermeden.


Wat je eet, is niet neutraal

Veel van wat tegenwoordig op je bord ligt, is geen voeding meer, maar een levensloos product.


  • Gekweekt op uitgeputte grond,

  • bespoten met gif,

  • genetisch gemanipuleerd,

  • kunstmatig ‘verrijkt’ en daarna

  • bestraald zodat het langer houdbaar blijft.


En wat er nog overblijft aan vibration? Dat slaan we er thuis ook nog extra uit met de magnetron.


Wat je dan eet, is niet alleen dood voedsel, het is systeemvervuiling. Het vult je maag, maar verdunt je energie. Je raakt er niet voller van, maar vager. Trager. Moeër. Geslotener.


En ironisch genoeg: hoe leger we worden, hoe drukker we het maken.


Van dode voeding naar dode dagen

Want kijk om je heen.


  • Mensen eten dode voeding,

  • in een dood ritme,

  • met dooie gesprekken,

  • in zielloze ruimtes,

  • over onderwerpen die niks meer aanraken.


En ondertussen gymmen we, socializen we, scrollen we, werken we 40 uur(!) per week aan een systeem dat iets doods daarvoor teruggeeft (geld).


We spelen leven, maar diep vanbinnen weet ik: dit is het niet, in ieder geval voor mij.


Faken is het nieuwe normaal

Alsof dat nog niet genoeg is, zijn we zelfs onze lichamen gaan bewerken alsof het profielen zijn. Neppe tanden. Gekochte lippen, billen, neuzen. Filtergezichten in real life. Eten dat niks meer bevat. Gesprekken die nergens over gaan. En met die bouwpakketten van lichamen, word je dan geacht ‘authentiek’ te communiceren, ‘jezelf te zijn’, ‘je plek te pakken’.


Maar hoe verbind je met iets dat zichzelf niet meer draagt?


En nee, dit is geen oordeel. Dit is een pijnlijke constatering:

Veel mensen weten simpelweg niet meer hóe ze moeten leven, omdat ze letterlijk ontkoppeld leven van natuur, dus proberen ze zo overtuigend mogelijk te doen alsof.


Ik voel het en dat kost energie

Als je een gevoelig systeem hebt, dan voel je het verschil. Meteen.


Je lichaam pikt op dat je door lagen van bewerking heen moet. Dat je de ander eigenlijk niet voelt. Dat de verbinding op papier misschien klopt of hoort te kloppen, maar energetisch hol is.


En dat kost energie. Niet omdat je zwak bent, maar omdat jouw systeem niet meer op maskers resoneert.


Je radar staat aan. Je systeem zegt: “Hier krijg je niets terug.” En toch wordt er sociaal van je verwacht dat je meedoet, blijft praten, blijft knikken, blijft geven.


Dat is vermoeiender dan een nacht zonder slaap.


Dit constateren is niet negatief

Als je uitspreekt dat dit allemaal niet klopt, word je al snel gezien als negatief, lastig, moeilijk, te scherp. Maar wat men ‘negatief’ noemt, is vaak gewoon een onvervormde waarneming.


Ik ben niet verbitterd. Ik bén bitter. De smaak die zuivert. De vibration die zegt: “Tot hier en niet verder.”


Ik ben niet hier om het gezellig te houden, maar om te voelen wat echt is en alles wat dat niet is, helder te constateren voor mezelf. Wie het nog meer kan en wil zien, getuigt van een uniek systeem.


Wat nu?

Je hoeft dit systeem niet te fixen. Je hoeft niet iedereen te begrijpen, te zien, of te vergoelijken. Je mag kiezen voor voeding die leeft. Voor gesprekken die echt zijn.

Voor beweging die klopt. Voor stilte die voedt.


En als je dan wél iets consumeert, laat het dan levend zijn. Een kruid dat nog trilt.

Een groente met grond eraan. Een maaltijd met aandacht bereid. Een mens die je echt ontmoet.


Want jouw lichaam herkent het verschil in essentie. Niet tussen lekker en vies. Maar tussen leven en leegte.


Eén echte hap. Eén echte ademhaling. Eén echte grens.

Daar begint het.

En dat is genoeg.


ree

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page