Levenskracht, loyaliteit en het niet-afpakken van iets dat nooit heel was
- Regnuel
- 22 aug
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 9 sep
Wat ik voel maar zelden hardop zeg, is dat mijn verlangen naar waarheid, naar een leven vol levenskracht en ziel, soms aan voelt alsof ik iets van anderen in mijn omgeving “afpak”. Alsof ik iets verbreek door de dingen te doorzien: de illusie, de façade, het ‘normaal doen’.
Zeker als ik zie hoe bijvoorbeeld leeftijdsgenoten of familie, lijken te floreren binnen dat systeem. Met 'zekerheid', geld, reizen, zichtbare successen.
En toch: ik voel geen jaloezie. Ik heb/had die dingen ook. Ik voel een andere soort pijn: die van het weten dat het systeem waarin zij zich thuis lijken te voelen, voor mij nooit een thuis is geweest. Dat wat ik zie, niet écht leeft. Dat het glimt, maar niet gloeit. En dat ik niet kán meedoen, zelfs al zou ik willen. Omdat het teveel van mijn ziel vraagt om te blijven faken, doen alsof, glimlachen terwijl ik me innerlijk verlies.
Wat ik verlang is iets anders. Iets wat niet flashy is, maar levend. Wat bruist van levensenergie, chi, prana, wezenlijk contact. Waar tijd geen vijand is, waar ik geen rol hoef te spelen, waar ik niet hoef te kiezen tussen mezelf zijn of meedoen.
Ik hoor vaak hoe goed we het hier hebben. Maar wat ik zie, is een systeem dat ons kruimels geeft en vraagt om dankbaarheid, terwijl de tafel waaraan ooit werd geroofd nooit écht is teruggegeven. Ik zie hoe mensen vrede sluiten met oppervlakkigheid, omdat ze nooit hebben geproefd van dieper leven. En dat is geen oordeel, dat is rauw.
Dus nee: ik neem niets af. Ik probeer iets terug te halen wat nooit had mogen verdwijnen.
Niet alleen voor mij, maar ook voor hen. Ook voor de generaties vóór ons, en de generaties na ons. En soms betekent dat: afstand voelen. Vervreemding. Stilte. Maar ook: trouw aan iets diepers.
Ik hoop dat we ooit een wereld bouwen waarin waarheid weer draaglijk is. Waarin levenskracht niet de uitzondering is, maar de norm. En waarin niemand meer hoeft te kiezen tussen overleven en echt leven.
Tot die tijd blijf ik zacht en helder aanwezig. Niet om te breken, maar om te helen.
Niet om af te nemen, maar om te herinneren wat van oorsprong altijd al van mij (en ons!) was.




Opmerkingen